Dagdromen over auto’s en roadtrips kunnen we dan misschien erg goed. Maar er zijn ook genoeg auto gerelateerde zaken waar we nauwelijks tijd aan besteden omdat deze simpel weg niet zo spannend zijn. Toch is het belangrijk om over bepaalde dingen na te denken, zoals je autoverlichting!
Niks is vervelender dan op een donkere avond verblind te worden door de koplampen van een medeweggebruiker. Maar hoe voorkom je dat je zelf iemand verblindt? Het zit hem allemaal in het gebruiken van het juiste lampje. Er zijn normale, halogeen peertjes voor je auto en de modernere Xenon/LED-versie, of in Jip en Janneke taal: het ouderwetse, warmere gele licht en het modernere, koele wit/blauwe licht.
Een groot voordeel van de koele Xenon lampjes is dat het zicht gemiddeld zo’n drie keer beter is dan met halogeen lampjes. Dit maakt het voor je tegenligger helaas ook een stuk minder leuk om jou ‘s nachts tegen te komen. Dit hoeft echter geen probleem te zijn, zolang je koplampen in de juiste stand staan. Naast Halogeen en Xenon is er ook LED-verlichting. De ‘Light Emitting Diode’ verbruikt minder energie, geeft meer licht en gaat een stukje langer mee. LED-koplampen leveren daarnaast optimale zichtbaarheid ‘s nachts zonder andere bestuurders te verblinden. Fijn!
Bij zowel halogeen, Xenon als LED is het belangrijk om goed na te gaan dat je het juiste lampje aanschaft. Dit heeft met name te maken met de auto waar het lampje in gaat. Check daarom altijd eerst de gebruiksaanwijzing van je auto, of zoek het online op!
Hieronder nog een korte gids met wanneer je welke stand moet gebruiken:
Dimlicht
Oftewel, je koplampen, achterlichten en kentekenverlichting branden. Dit is je normale verlichting die je standaard aan dient te zetten zodra het donker wordt. Bij slecht zicht door weersomstandigheden geldt dit ook voor overdag.
Stadslicht
Het enige verschil met dimlicht zit aan de voorkant: je normale koplampen staan uit maar er branden wel twee kleine lampjes. Hiermee ben jij zichtbaar voor anderen maar zie jij zelf geen hand voor ogen in het donker. Deze stand stamt uit de jaren 50 en had beter parkeerlicht kunnen heten.
Grootlicht
Iedereen kent het grootlicht wel, deze kan op donkere bosweggetjes je grootste vriend zijn. Maar deze stand is dan ook alleen voor in het donker en wanneer er geen ander verkeer om je heen is – over verblindend gesproken.
Mistlicht
Ook deze stand is verblindend en mag dan ook alleen gebruikt worden in mistbanken, en dus niet bij een klein beetje mist. Zet je mistlampen voor aan als je minder dan 200 meter zicht hebt. Mistlampen achter zet je aan bij minder dan 50 meter zicht. Een goed referentiepunt is het hectometerpaaltje, deze staat elke 100 meter langs de weg. Vergeet je je mistlampen uit te zetten dan mag mijnheer agent je een boete geven omdat je dan anderen op de weg verblindt. Dus niet vergeten uit te zetten!
