Jaaaaa, daar is hij dan! Hier heb ik naar uitgekeken, twee weken rijden in de nieuwe BMW 330i. Niet omdat het de ultieme droomauto is, zoals de 8-serie, maar omdat de 3-serie sinds jaar en dag dé auto is waarmee je zowel zakelijk goed voor de dag komt (niet te patserig) en privé best lekker staat op de oprit (hallo buurman met je A4).
Flirt factor
Sinds 1975 is de BMW 3-serie ‘here to stay’ en anno nu een geduchte concurrent van de Lexus IS300h, Mercedes-Benz C-Klasse/CLA en Audi A4. Waar je bij Audi goed moet kijken om welk model het gaat: “is het nu een A4 of A5?” (het Droste-effect), was het de bedoeling dat de 3-serie niet teveel op zijn grote broer, de 5-serie, zou lijken. Dat is tamelijk goed gelukt. Alhoewel… Als je de 3-serie van veraf zou bewonderen zou je nog weleens kunnen denken dat het een 5-serie is. Ook niet gek als je weet dat de nieuwe 3-serie op het platform is gebouwd waar ook de 5- en 7- serie op staan. De hoogte is hetzelfde gebleven, alleen in lengte en breedte is hij zeker gegroeid.
Als ik de nieuwe 330i naast een 3-serie uit 2017 zet, zijn de verschillen echt significant. De nieuwe neus doet denken aan die van een tijger, alsof hij elk moment zijn scherpe hoektanden kan laten zien. Hij oogt verder machtiger met scherpere lijnen en profile en een rond gespierde motorkap voor. Ook de welbekende BMW-nieren in de grill hebben een spuitje botox gekregen, ze zijn erg aanwezig, voor een 3-serie, en ook nog eens opvallend omhuld met een chromen belijsting. Verder kenmerkt de nieuwe 330i zich door grote luchtinlaten voor en standaard LED-koplampen. Onder de kont hangt een lekker twin-pipe uitlaatsysteem. En oh ja, de befaamde Hofmeister-knik zijn de Duitse designers ook niet vergeten, deze krijgt extra aandacht, want je vindt hem zowel in de achterste zijruit als in de C-stijl van de 3-serie.
Welke 3-serie je ook aantrekt, je gaat altijd goed gekleed op weg. Mijn testauto was gehuld in een Sunset Orange maatpak inclusief te gekke wielen. Een outfit dat met recht de aandacht trok en door voorbijgangers en vrienden als een ‘mooie bak’ werd bestempeld. Dat het een 330i is – en het embleem hiervan op zijn fijne bips pronkte – zal ook geholpen hebben (knipoog).
Comfort
Na zeven jaar werd het ook tijd voor een fijne upgrade van het interieur van de 3-serie. Mercedes heeft daar met de nieuwe CLA en C-Klasse al behoorlijke wat stappen in gemaakt. Kan BMW dit evenaren? Ik ben in ieder geval blij verrast! Voor en naast me zie ik overal HD-schermen, volledig digitaal. In mijn vrolijke vent zit verder de BMW Live Cockpit Professional (optie), een volledig digitaal instrumentarium – diameter van 10,25 inch met daarnaast, in het midden van het dashboard nog een scherm van maar liefst 12,3 inch. En in plaats van ‘Hi Mercedes’, luistert deze Bimmer alleen naar de woorden ‘Hey BMW’. Om niet teveel afgeleid te worden van alle gadgets aan boord heb ik ook nog de head-up display voor mijn neus. Daarmee lees ik de snelheid af die ik rijd en de route die ik moet volgen.
Of je Team Sedan (met kontje) of Team Touring (stationwagen) bent, hangt vaak af van de gezinssamenstelling. In de sedanversie die ik test, past gemakkelijk 480 liter bagage in de kofferbak en geloof me, dat is genoeg voor een kleine familie. Toch behoefte aan meer ruimte, de Touring komt…
Drive
Van alle genoemde auto’s in deze klasse nestel ik me toch altijd het lekkerst in een BMW. De zitpositie is precies goed en echt gemaakt voor autorijders. Daarmee bedoel ik, mensen die van autorijden houden. Blij worden van een mooie bocht, en al uitkijken naar de zomervakantie wanneer we weer ‘onbeperkt’ mogen gassen op de Duitse autobahn. Hiervoor is de 330i namelijk ook bedoeld, want hij-hangt-aan-het-gas. Had ik die sportknop al ingedrukt? Nee, dus. Zelfs in zijn meest comfortabele stand wil de 330i het allerliefst héél snel van zijn plek. Zo rap en zo hoogtoerig had ik hem niet verwacht. 258 pk is toch best bescheiden? Nou, nee dus! Mijn High Executive is aangevuld met M Sport Line attributen en ingesteld op standje ‘adrenaline’. En omdat mijn oranje held beschikt over een M-pakket geniet ik ook nog eens van een extra sportief onderstel waardoor de demping super strak is, de vering bij lage snelheden ietwat hard en de besturing heel direct. Eén geruststelling: hoe sneller je rijdt, hoe meer hij in zijn hum is, en jij ook.
Semiautonoom rijden met behulp van innovatieve rijhulpsystemen, digitale radio (DAB), camera’s die je parkeer manoeuvres van boven en van de zijkant in de gaten houden, verkeerswaarschuwingen, dikke wielen; alles is mogelijk, als je in de optielijst winkelt. Eenmaal gewend aan deze opties, wil je niet meer terug. Zeker als je de auto zakelijk veel gebruikt. Waar ik daarnaast erg blij van wordt als het om BMW gaat, is het geluid. Niet alleen uit de uitlaat als ik het gaspedaal even vloer of een portier dichtdoe (mooie plof), maar vooral van het geluid dat ik niet hoor. Het lijkt een kleine kluis op wielen. Banden en rijwind hoor ik nauwelijks.
Value for money
Tijdens de marktintroductie in maart 2019 zijn er zes verschillende motoren leverbaar. Je kunt dan kiezen uit viercilinder benzine- en dieselmotoren en een zescilinder dieselmotor met 150 of zelfs 265 pk. In de loop van 2019 wordt het gamma uitgebreid met een extreem sportief M Performance-model en een iPerformance-model met een plug-in hybride aandrijving met 59 kilometer actieradius.
“What you see is what you get”, met de BMW 3-serie. Dat is altijd zo geweest. En dat kun je niet altijd zeggen van zijn Japanse of Duitse concurrenten. De kwaliteit van een BMW is altijd goed, de motoren zijn altijd fijn en qua uiterlijk weten ze altijd hun identiteit vast te houden. Voorspelbaar en toch ook weer spannend, zo om de zeven jaar. Vindt eens zo’n man! Laat nou de 3-serie je stabiele factor zijn in je leven (knipoog).
Een BMW 320i (met 184 pk) start bij 48K. Een 330i start bij 52K. Maar vergis je niet, mijn testauto, de BMW High Executive – inclusief M Sport attributen – en alle gadgets inclusief rijhulpsystemen aan boord tikt al snel de 72K af.
Fotografie door Marjolein Tetteroo
