Formule 1 voor dummies deel 1: het raceweekend

Formule 1
Photo by Clive Mason/Getty Images)

Ben je na de sensationele overwinning van Max Verstappen op 15 mei jl. ook ten prooi gevallen aan het Formule 1-virus? Maar weet je niet zo goed waar je op moet letten? Wat zijn bijvoorbeeld de spelregels? En hoe zit het met de kwalificatierondes? No worries, speciaal voor jou presenteert FemmeFrontaal: Formule 1 voor dummies!

Deel 1 van de vierluik ‘Formule 1 voor Dummies’ : het raceweekend

Een Formule 1 weekend bestaat uit twee vrije trainingen op vrijdag, een derde vrije training, kwalificatie op zaterdag én de échte race op zondag!

Vrijdag
Tijdens de twee vrije trainingen gaat het er eigenlijk niet om wie de snelste is. De teams en coureurs gebruiken deze dag om een race-of kwalificatie simulatie te rijden. Dus ze testen dan met een bepaalde bandenkeuze en respectievelijk veel of weinig brandstof in de auto. Ze rijden dan korte of lange stints (daarover later meer) op verschillende typen banden om te bekijken hoe lang ze op de bandentypes kunnen rijden. Ook wordt de F1 auto die dag nog specifieker afgesteld; meer of minder downforce bijvoorbeeld om de coureur en de auto zo snel mogelijk te laten rijden en zo optimaal mogelijk de bochten te kunnen nemen.

Zaterdag
De dag van de kwalificatie. Na de laatste vrije training is het dan zover! Een kwalificatie (Q) van de Formule 1 bestaat uit drie delen en gaat op dit moment als volgt:
Q1 duurt 18 minuten en als die tijd om is dan gaan de snelste 15 coureurs door naar Q2. Dit seizoen rijden er 11 teams en dus 22 coureurs mee wat automatisch betekent dat er hier al zeven coureurs afvallen. Hun plek in Q1 bepaalt hun volgorde op de starting grid van zondag. De overige 15 gaan door naar Q2 die 15 minuten duurt. Als de klok op 0 staat (en iedereen over start/finish) is gekomen vallen er wederom vijf af. De snelste 10 gaan door naar Q3 die 10 minuten de tijd hebben om een zo goed mogelijke startpositie te realiseren voor de race zondag. De snelste coureur heeft pole position én mag vooraan starten.

Formule 1
(Photo by Dan Istitene. Bron: mediasite RedBull)

Zondag
Een race bedraagt in totaal 305 kilometer. Gemiddeld zijn dit ongeveer 60 rondjes, maar dit is uiteraard afhankelijk van de lengte van het circuit. Bij de start staan alle coureurs in de volgorde van kwalificatie op de starting grid.

Eerst gaan alle rode lichten aan en na een paar seconden gaan ze uit. Dat is het startsein. Maar let op: voordat de race begint rijden alle coureurs eerst nog, vanaf hun positie op de starting grid, een opwarmronde. Dus begin niet dan al te roepen wie er goed door de eerste bocht is gekomen, want de race is dan dus nog niet begonnen! Als alle coureurs na de opwarmronde op de goede positie staan dan begint pas de startprocedure.

Het principe van de race is uiteraard vrij simpel: wie het snelste alle rondjes heeft gereden is de winnaar. De banden houden het echter niet de hele raceafstand vol dus die moeten gewisseld worden tijdens een pitstop. Een coureur zal, afhankelijk van de warmte, het type asfalt en de gekozen strategie, een of twee of drie pitstops maken in een race. En dat betekent dat halverwege de race alle rijders door elkaar rijden. Diegene die vooraan rijdt heeft misschien nog maar één pitstop gemaakt en zal dus nog een keer moeten stoppen en dus verder achterin het veld terugkomen terwijl de nummer twee niet meer hoeft te stoppen en dus de beste papieren heeft om de race te winnen. Hou dit dus tijdens het kijken goed in de gaten!

Comments

comments

Written By
More from Manon Pleiter
Formule 1 voor dummies deel 2: de banden, straffen en vlaggen
Ben je na de sensationele overwinning van Max Verstappen op 15 mei...
Read More
Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *