Terwijl ik triomfantelijk alle burgerbakkies op de snelweg inhaal, zie ik mensen al rijdend de camera van hun smartphone op me richten. Auto-paparazzi. Levensgevaarlijk. Door een oud BMW’tje werd ik zelfs tientallen kilometers gestalkt. Totdat ik er klaar mee was en mijn Franse brulaap aan het werk zette. In mijn binnenspiegel zag ik de Bimmer steeds kleiner worden.
Flirtfactor
Het is de Fransen gelukt om van de Alpine A110 een échte retro auto te maken, bijna een spitting image van het origineel en tegelijkertijd helemaal van nu. Van de vier koplampen vooraan over de bolle achterruit tot de brede heupen achteraan. En in mijn zijspiegels zie ik vooral vrouwelijke rondingen. Een lust voor het oog zijn de two-tone ‘Légende-wielen, in dezelfde stijl als de wielen van de originele A110 Berlinette 1600S. Verder prijkt de legendarische naam trots op haar neus.
Hoe het begon… Jean Rédélé, begenadigd rallyrijder én tevens de grootvader van het merk Alpine, hield van rijden op bergweggetjes in de Alpen. Dus je raadt het al, daar komt de naam Alpine vandaan. In de jaren 70 won het merk de ene rally titel na de andere. De A110 was in de jaren 60 en 70 het succesnummer van de iconische Alpine. Uniek aan een Alpine was dat het een lichtgewicht sportauto was met een motor die achterin lag. Later werden er nog wat zwaardere jongens onder het merk gemaakt, maar daarna bleef het stil. Tot Renault het merk weer wakker kuste en haar officieel liet debuteren op de autosalon in Geneve in 2017.
Comfort
Omdat ik tamelijk pragmatisch ben als het om auto’s gaat, test ik ook de praktische kanten van de A110: 1. Kan ik gemakkelijk in- en uitstappen? 2. En kan ik er een weekje mee roadtrippen in Zuid-Frankrijk? Antwoord 1: Nee, tenzij je een lekkere joggingbroek aantrekt met een paar sneakers eronder. Dat maakt de in-en uitstap procedure voor de buitenwereld al een stuk charmanter. Antwoord 2: Nee, alleen als je solo in de Alpine rijdt misschien. Bekerhouders? Die zijn overrated. Pull over voor een bakkie. Wel vind ik een schattige hoedendoos naast mij om wat prullaria in te stoppen. Door de ruimte die de middenmotor inneemt, is de kofferbak zo groot als een babybadkuipje. En haar fronty (kofferbak voor) heeft net voldoende ruimte voor twee laptops.
Een stuurwiel, flippers, gaspedaal, remmen, navigatie en parkeersensoren- en camera achter. Alle basics zijn aanwezig. Die piepjes heb ik overigens keihard nodig bij een manoeuvre op het asfalt. Want je kunt net zo goed een zak over je hoofd trekken bij een sessie keren op de weg of krap inparkeren. De achterruit is vergelijkbaar met een brievenbus qua zicht. En door haar Rubens-figuur zie je bijna helemaal niets meer in de buiten- en binnenspiegels.
Alpine heeft een hekel aan kilo’s. De A110 weegt namelijk nog geen 1100 kg en heeft de ideale gewichtsverdeling – 44% vóór en 56% achter. De carrosserie is nagenoeg helemaal van aluminium en is niet gelast maar gelijmd om gewicht te besparen. Zelfs de sportzetels zijn vederlicht, 13 kg de stuk. Een vergelijkbare ‘normale’ sportstoel weegt al snel 25 kilo. Zou die haat aan kilo’s ook de reden zijn dat de spiegeltjes in de zonneklepjes geen kapje hebben?
Zoals een échte Franse betaamt, is de Alpine A110 ook dol op een chique, tijdloze outfit van binnen. De Alpine A110 Légende die ik test is net wat meer chique de friemeldan de A110 Pure. Zij onderscheidt zich met meer comfort, zoals zesvoudig verstelbare zetels, bruin lederen bekleding met bijpassende blauwe stiksels, carbon her en der en een premium audiosysteem. Entertainment zoals laptimers, sprinttijd meters, G-kracht-meters en vermogens grafiekjes zijn weggestopt. Het klokkenspel voor ziet er te gek uit. Maar het infotainmentsysteem en ik zijn geen vriendjes. Ik loop onwijs te prutsen met het audiosysteem. Maar hey wie heeft dat nodig met dit verslavende motorgeluid!
Drive
Start the engine en Bonnie Tyler klinkt schor en rauw uit de dubbele knalpijp. Het kloppende hart is een 1.8l viercilinder turbomotor met 252 pk met een warpsnelheid van 0 naar 100 km/u in 4,5 seconden. Renault gaf de noeste A110 geen handbak maar een automatische zeventraps DCT-transmissie. En die schakelt razendsnel. Helemaal als je de TRACK-modus (lees: sportknop een tijdje ingedrukt houden) ontdekt en gaat spelen met de flippers aan het stuur. Help, ik heb er een nieuwe verslaving bij! Wel moet ik eraan wennen dat de flippers niet meedraaien met het stuur. Daardoor zitten de flippers niet altijd onder mijn vingers in de bocht. Maar trap het gaspedaal in en de Alpine A110 trekt de straatstenen uit de weg, in welke versnelling ik ook zit. Ze heeft zo’n mooie balans en geeft mij echt het gevoel samen te spelen, maar altijd gecontroleerd.
Value for money
Ik durf te beweren dat zelfs de niet-autoliefhebber gecharmeerd is van de Alpine. Puur, rauw, bloedsnel en elegant. De Alpine A110 rijdt zo verslavend dat ik de sleutels liever niet meer afgeef, een pure sportwagen. Ok, met een paar praktische minpuntjes, maar die neem ik graag voor lief in ruil voor een dagelijkse adrenalineshot.
Wie het aandurft om de Alpine A110 aan te schaffen, heeft een spaarpotje van rond de 70.000 euro klaarliggen om deze rockstar te kopen. Sportauto’s die je voor deze prijs ook kunt aanschaffen zijn de Alfa Romeo 4C en de Porsche Cayman. In Nederland zijn er al rond de 80 exemplaren verkocht – waaronder aantal vrouwelijke eigenaren!
Fotografie door Marjolein Tetteroo & Lars Oosterveen | Dit artikel is ook gepubliceerd in het Algemeen Dagblad 8 maart 2019.