De benjamin in de Audi-familie – de nieuwe A1 – trekt met de citycarver een ‘ik-trek-erop-uit’ outfit aan! De A1 Sportback is het uitgangspunt geweest van de Audi A1 citycarver, qua technologie én design. Hij onderscheidt zich alleen door zijn off-road looks en het feit dat hij vier centimeter hoger op de wielen staat. Odiel reisde af naar Hamburg om met de citycarver langs de leukste wijken – Altstadt & Neustadt – te toeren én de hoge wielen te testen natuurlijk!
Flirt Factor
Het is met recht een misvatting van designers om te denken dat hun kleinste telg, de benjamin, moet worden ontworpen als een ‘schattige’ auto. Eentje voor de vrouw. NEE! Eentje die we een verkleinnaam ‘tje’ geven. NEE! Met hoofdletters benadruk ik dit nogmaals. Alleen MINI komt hier mee weg. Dat licht heeft Audi met de nieuwe A1 – en dus ook met de A1 citycarver – ook gezien. De kleinste in de familie mag namelijk best de indrukwekkende looks hebben van een moddervette A8. Want je wilt, zelfs in de kleinste Audi, het gevoel hebben in een échte Audi te rijden, toch? Anders was je wel voor een schattige Fiat 500 of MINI gegaan. Maar wat is er nu zo speciaal aan de nieuwe A1 citycarver als je hem vergelijkt met de normale A1?
Allereerst, hij staat lekker hoog op zijn sneakers, maar liefst 4 centimeter hoger dan een normale A1 Sportback. De wielophanging is daarmee ook wat hoger alsmede de wielen die eronder hangen. Dit alles moet ten goede komen aan een gemakkelijke instap. En dat klinkt, ja ik weet het, héél oud. Of niet, als je er gemakkelijker in- en uit kan jumpen… Ten tweede – en dat valt alleen Audi-liefhebbers op – is de achthoekige immense grille er eentje die als twee druppels water lijkt op de grille van de SUV-modellen (de Q-namen) van Audi. Een grille die in de achteruitkijkspiegel van je voorganger indruk wekt, ‘now we are talking Audi!’ De citycarver smoelt daarnaast nog net even anders door zijn dakspoiler en natuurlijk zeer opvallende wielkasten. Mocht je nog steeds twijfelen of je naar een A1 Sportback of een A1 citycarver kijkt, tel dan de luchtsleuven boven de grille. Drie voor de Sportback en twee voor de citycarver. In zijn kleurenpallet kan je kiezen uit negen kleuren; van opvallend oranje zoals mijn testauto tot stijlvol donkerblauw, mijn favoriete keuze. Ook kun je nog mix & matchen met contrasterende dakkleuren, zoals grijs en zwart. Maar, alles bij Audi is optie.
Comfort
De mini-me van Audi krijgt ook in de citycarver zo’n beetje alle luxe aan boord die je ziet in de grotere varianten van het Duitse merk uit Inglostadt. Omdat de Audi A1 gebouwd is op hetzelfde platform van de Volkswagen Polo en Seat Ibiza vind je onderhuids dezelfde techniek. Alleen bij Audi gegoten in een designerjasje en gemaakt van kwalitatieve materialen inclusief eigen eigentijds design. Het dashboardontwerp is bijvoorbeeld een lust voor het oog met opvallende hoeken en stijlen, niks ronds te bekennen. Ook is alles volledig digitaal voor mijn neus. Hallo virtual cockpit. Daarbij moet ik wel zeggen dat ik in een Audi A1 citycarver rij die het aan niks ontbreekt; zoals een intuïtieve en heldere MMI navigatie die ik via 10,1 inch touchscreen kan bedienen, of gewoon simpel met mijn stem.
Ik kan de citycarver daarnaast inzetten als wifi-hotspot en heb ten alle tijde het meest recente nieuws tot mijn beschikking over het verkeer. De navigatie past zich daar dan ook direct op aan. Realtime. Net zo snel als in je maps op je smartphone dus. En als je wilt kun je deze ook nog ‘paren’ met het systeem. Alles aan boord, als je maar betaalt (knipoog).
De stoelen zitten mij als gegoten, maar ik heb dan ook korte benen. Heb je wat langere benen dan is het toch al snel even wennen in een compacte auto. Ook in deze A1. Maar als medepassagier heb je werkelijk waar niks te klagen. Wij gingen op roadtrip in Hamburg met vier volwassenen inclusief bagage (professioneel fotogear én een paar koffers) en mijn passagiers leven nog hoor! Alle gekheid op een stokje. De Audi A1 citycarver is net zo ruim als de Polo en biedt voor vier volwassenen voldoende plaats. Ook achterin kan ik er net een autojournalist van Autoweek in kwijt. Zie onderstaand voor een Do It Yourself.
Drive
De citycarver heeft in tegenstelling tot de Q-modellen van Audi géén vierwielaandrijving, geen quattro aanduiding dus. Dat is gelijk ook de reden waarom het geen Q1 heet, maar citycarver. In Nederland komt hij in drie benzinevarianten: een 25 TFSI met 95 pk, een 30 TFSI met 116 pk én een 35 TFSI met 150 pk. Die laatste beschikt over vier cilinders en de eerste twee zijn driecilinders. Een elektrische variant of hybride komt er niet, daarop is de auto niet gebouwd. Omdat schakelen in een stad als Hamburg – vanwege alle drukke kruispunten en een overkill aan verkeerslichten – bloedirritant is, rijd ik relaxed in een A1 citycarver met DSG-automaat met dubbele koppeling. Fijn dingetje hoor! In combinatie met de 30 TFSI motor is dit echt een schot in de roos. Hij is vlot, hangt zelfs voor een stadsauto lekker aan het gas.
Tijdens het rijden van de ene Duitse start-up naar de andere en van Altstadt naar Neustadt, ervaar ik de auto echt als stil. Althans het rijgeluid. Binnenin is het een feestje met het Bang & Olufsen audiosysteem op standje maximaal en ‘Ciao Bella Ciao’ aan! De besturing is licht, naar mijn idee net wat te licht om het échte rijdersgevoel te pakken. Maar ja, je moet ook een beetje ‘water bij de wijn doen’ als je nagenoeg identiek bent aan een Ibiza of Polo. Uiterlijk wordt de citycarver met het optionele Dynamic-pakket meer een stuurmansauto. Dit pakket maakt de citycarver net wat meer ‘Nike’ en bestaat uit remschijven met rode remklauwen, Audi drive select opties, een sound symposer en een onderstel met instelbare dempers.
Value for money
Alhoewel de keuze in kleuren reuze is, wordt de Audi A1 citycarver bij ons uitsluitend geleverd als Epic-versie met standaard 17-inch lichtmetaal, een middenarmsteun, contrastpakket 1, cruise control, een multifunctioneel stuurwiel, voorbereiding voor navigatie, de Audi Virtual Cockpit en LED-achterlichten.
Voor net iets meer dan duizend euro heb je dus een A1 citycarver in plaats van een A1 Sportback. De Epic versie zoals hierboven beschreven is er vanaf 29.220 euro. Dan heb je de meest christelijke motorisering, namelijk de 25 TFSI met een 1,0-liter benzinemotor met 95 pk en handbak. Voor nog een keertje duizend euro extra heb je de motor die ik heb getest in Hamburg, dus de 116 pk. En voor nog een keer tweeduizend euro extra rij je er ook eentje met automaat. Dat is dus ruim 33.000 euro voor een speciale Audi A1.
Best een duit met geld als je bedenkt dat je met ruim 17k ook een standaard Polo of Ibiza aan kunt schaffen met ongeveer dezelfde rijeigenschappen en kwaliteiten. Maar dan rij je een muurbloempje, en geen Audi…