Daar is ‘ie dan: de nieuwe Renault 5 E-Tech electric. Een icoon uit vervlogen tijden, die in elk geval in uiterlijk eer doet aan de voorgaande generaties Renault 5, is opgestaan. De Fransoos die als klassieker werd geboren heeft een prachtig hedendaags ontwerp gekregen. En belangrijker dan dat: het lijkt nog steeds een brutale donder te zijn. Heerlijk! Oké, genoeg tromgeroffel.
De feiten liegen er niet om: we hebben er nog niet in kunnen rijden, dus baseren we ons puur op wat we lezen. Tot onze spijt inderdaad, maar wat in het vat zit verzuurd niet. En we gaan ervanuit dat we binnenkort onze bevindingen over het rijgedrag hier kunnen optekenen. Je moet het dus nu nog doen met een goed verhaal, want dat heeft het Franse merk absoluut in handen.
Jaren ’80 droombak
Eerst even terug in de tijd om een beetje context te geven. De allereerste Renault 5 liep op 28 januari 1972 van de band (of net wat eerder, maar who cares?). Het was de hot hatch die elk kind natekende. Een simpel model, kort kontje, sympathiek ogende voorkant, zachte lijnen, felle kleuren en een sportief uiterlijk. Een ondeugd waar iedereen heel goed op ging. Onder die buitenkant was het net een Renault 4, niet veel nieuws zou je zeggen, maar mettertijd kwamen er grotere motoren in te liggen en uiteindelijk kwam de eerste rallyversie op de markt: de Renault 5 Turbo. En dat was een feest.
En als je denkt dat de eerste generatie Renault 5 gaaf was, check dan even de tweede generatie uit 1984. Sportievere en cooler uitziende hot hatches waren er niet in die tijd. Geen wonder dat ze alsmaar geproduceerd werden. Uiteindelijk viel het doek in 1996. Toen ik ergens rond 1998 mijn rijbewijs haalde, was een Renault 5 echter nog steeds de droom. Het liefst een witte (want daar blijf je mee zitten) GT Turbo met gebruikerssporen uit Parijs (lees: gebutst en afgebladderd). Dat laatste zag ik als een voordeel, dat hoorde er juist bij.
Eigenheid
In totaal heeft Renault meer dan 7 miljoen exemplaren van de eerste en tweede generatie verkocht. De vraag is natuurlijk wat de retroversie gaat doen. Op het eerste oog ziet het er waanzinnig uit. De buitenkant toont het originele, sportieve karakter van de Renault 5. Er is geen retro kindvrouwtje van gemaakt en hij is ook niet belachelijk ‘over the top’ futuristisch gestyled, zoals je er tegenwoordig dertien van in een dozijn tegenkomt op de weg. Dit is de brutale, sportieve knipoog met een flinke dosis eigenheid waar je op zit te wachten. Ja, hij is futuristisch en ja ook retro, want die combinatie is nou eenmaal hip en daar kom je als fabrikant die winst wil maken niet onderuit. Maar in dit geval laat ik het ‘helaas’ aan het einde van die zin achterwege.
Die eigenheid is namelijk heel belangrijk voor dit model. Vaak wordt een auto op een bestaand platform gebouwd, maar bij de Renault 5 E-Tech electric hebben ze dat niet gedaan. Het icoon heeft een eigen platform gekregen. Hij valt midden in het b-segment en is daarmee een leuke stadsauto maar ook goed om langere afstanden mee af te leggen.
Dat nieuwe platform zorgt ook meteen voor meer binnenruimte en hij valt goed uit op de weegschaal, wat fijn is voor de portemonnaie. In datzelfde kader; de auto is uitgerust met een AC-lader die stroom teruggeeft aan het elektriciteitsnet. En over elektra gesproken. Er zijn verschillende vermogensvarianten beschikbaar: 110, 90 en 70 kW. Maar daar komen we vast nog in een later artikel op terug.
Brutale donder
Bekijk even goed de foto’s van de nieuwe Renault 5 E-Tech Electric! Dan zie je dat het merk niks heeft ingeboet aan brutaliteit. Die 5 op de plek waar ooit de grille zat, is een laadindicator en licht op als de eigenaar aan komt lopen. En in de categorie ‘fout maar goud’, de koplampen kunnen knipogen. En wat ik echt hilarisch vind is dat de nieuwe 5 volgens het persbericht een kleine vouwwagen kan trekken. Een vouwwagen…het staat er echt. Op het eerste oog is dit daarmee de retrocar die je dus wél wilt hebben. Na de zomer kun je hem voor een vanafprijs van 25.000 euro bij de dealer ophalen.