Stel je even voor: het is begin zomer aan de Côte d’Azur. Het helderblauwe water omlijst de Franse stranden, terwijl de zon de lonkende bergtoppen kust. Je rijdt over kronkelende bergweggetjes van Monaco richting de Italiaanse kust. De autoruiten zijn uiteraard wagenwijd open: je vingers spelen met de warme, zilte zeelucht terwijl ‘La Bohème’ de tijdelijke soundtrack van jouw autorit is.
Welke Grand Tourer – pardon me – Súper Tourer heeft de hoofdrol in dit magnifieke, tevens waargebeurde schouwspel? De Aston Martin DB12 natuurlijk. Rowan vertelt je er alles over.
Aston Martin’s heritage
Aston Martin heeft iets. Het Britse merk grijpt me elke keer weer. Of het nou rondom de Nürburgring is met een DBS Superleggera, op het circuit van Bilster Berg met een DBX707, tussen de besneeuwde bergtoppen in Oostenrijk óf in een jetset-setting in Zuid-Frankrijk. Het merk – en haar rijke heritage – weet me telkens weer op een andere manier te betoveren. Toch kan ik er de vinger niet precies op leggen, maar ik ga ervan uit dat het neerpennen van mijn ervaring met de nu al iconische Aston Martin DB12 kan helpen met het vinden van een antwoord.
Maar eerst een stukje geschiedenis. Het merk Aston Martin zag het levenslicht in 1914, maar de eerste 30 jaar was er weinig reden om te proosten met een shaken not stirred martini. Pas na de Tweede Wereldoorlog, toen het bedrijf overgenomen werd door Sir David Brown, kreeg het pas een beetje vorm. Brown ontwikkelde namelijk de DB-serie. Een reeks auto’s waar de wensen van de consument hoog in het vaandel stonden. De tractorfabrikant was vastberaden om auto’s te creëren die geschikt waren voor normale wegen. En dat lukte aardig.
Vanaf de jaren 60 werden de auto’s ook omarmd als heuse 007-mobiel. Zo kreeg de Aston Martin DB5 in 1964 een glansrol in een James Bond-film. Sindsdien is het merk onlosmakelijk verbonden met de Britse spion. Het DB-gamma begon bij de DB2 en eindigde bij de prachtige DB11. Untill…
… de Aston Martin DB12 het toneel bestormde.
De nieuwe DB12
Het Britse merk noemt de gloednieuwe DB12 ‘World’s first Super Tourer’. Daarmee willen ze een DB voor het eerst anders positioneren. Een ‘normale’ GT staat namelijk voor comfort, snelheid en verfijning. Maar de Aston Martin-bestuurder wil meer dan dat, dus de DB12 ís meer dan dat. Zo hebben ze comfort, snelheid en verfijning in de blender gegooid met dynamiek, ruimtelijkheid en power. De opvolger in de legendarische DB-bloedlijn moet de lat gaan leggen voor prestatie, ultieme luxe én stijl. Minder Bentley, meer Ferrari.
De DB12 lijkt in niets op zijn voorganger, de DB11. Zelfs het logo is anders. Op de DB12 pronkt namelijk voor het eerst het gloednieuwe Aston Martin-logo. Je ziet het verschil misschien niet meteen, maar neem van mij aan: over elk lijntje is nagedacht. Volgens de designer delen de twee auto’s daarnaast eigenlijk alleen dezelfde deuren. Het ontwerpteam is opnieuw achter de tekentafel gekropen met dit charmante doch sportieve exterieur als resultaat.
Kunnen we het éven hebben over de groene kleur Iridescent Emerald? En die heupen? Dat is toch de definitie van wulps? De daklijn, die halverwege de achterlichten uitkomt, doet me trouwens denken aan de bijzondere Vanquish Zagato. Daarbij geeft de sculpted motorkap de illusie alsof de auto altijd in beweging is; de lijnen lijken net luchtstromen die hun weg naar die wulpse heupen vinden. De neus en grille zien eruit alsof iemand een ontelbaar aantal manuren vol passie en liefde heeft zitten boetseren. Elke lijn, glooiing of ronding lijkt voorbestemd. Zijn gespierde, ietwat agressieve uiterlijk is een voorbode van wat er onder de motorkap ligt.
Route Napoléon
Het team van Aston Martin beloofde ons het Walhalla als het gaat om rijeigenschappen. Ik bespaar je al het technische jargon, maar het kwam erop neer dat er geen detail bespaard bleef. De verfijning van het onderstel en de dempers ging om millimeterwerk. Alles om de wegligging, de handling en de dynamiek legendarisch te maken.
Om dat zélf te ervaren, stuurde Aston Martin ons naar de Route Napoléon; een prachtige weg door de Zuid-Franse bergen die de route van Napoleon Bonaparte volgt toen hij terugkeerde uit ballingschap van het eiland Elba. Een historische route voor een auto die geschiedenis schrijft.
Met een druk op de knop, kus je de 4.0 liter Twin-Turbo V8-motor wakker. Alsof er 671 paarden tegelijkertijd beginnen te steigeren, allemaal goed voor één pk. Met 3.5 seconden zit je op de 100 km per uur, maar met alleen maar heel hard rechtdoor rijden doe je deze auto geen eer aan. Deze wagen wil chicanes als ontbijt, de Route Napoléon als diner en een haarspeldbocht als toetje. Ik heb allerlei verbaasde geluiden gemaakt toen ik me realiseerde hoe ontzettend scherp deze auto op input reageert. Als een gulzige Dobermann Pincher vol adrenaline staat hij klaar om je commando’s op te volgen. Dat verfijnde rijgedrag maakt niet alleen een auto naar het hart van een petrolhead, maar geeft ook een veilig gevoel. Je weet precies wat je aan de DB12 hebt, ook als je op grote hoogte de Route Napoléon in een tijdelijk circuit wil veranderen. Het kersverse ESP-systeem denkt met je mee op het circuit, maar ook in natte omstandigheden. Zo heb jij altijd de volledige controle. Daarnaast kun je ook nog uit verschillende rijmodi kiezen, om de rit helemaal naar jouw wensen af te stellen. Zo kun je kiezen voor GT, Sport en Sport+, om zo veel mogelijk te genieten van de optimale power en tractie. Maar je kunt ook kiezen voor de optie ‘wet’, waarbij je kunt vertrouwen op stabiliteit en grip op natte oppervlakken. Wie niets heeft met voorgeprogrammeerde rijmodi, kan zijn hart ophalen met de Individual mode. Hiermee combineer je je voorkeuren in afstellingen van onder andere het chassis en de ESP.
Mijn kilometers in de DB12 waren memorabel; hij plakt aan de weg en bochten nemen is zijn tweede natuur. Met nadruk op tweede. Want ik zou ‘m toch eerder onder de categorie GT blijven scharen, dan onder de categorie snoeiharde supercar met performance als leidraad. Natuurlijk, hij is rap en ik ervoer ook absoluut de potentie van wat hij zoú kunnen als je ‘m echt op zijn limieten zou testen. Het onderstel en de dempers zijn van een buitenklasse, maar ik zou hier vooral oneindige kustroutes mee willen rijden.
Chique cockpit
Terwijl ik toch stiekem de Fernando Alonso uithang op de Route Napoléon, is het goed vertoeven achter het stuur van de DB12. De ultra luxe cockpit vol leder en Alcantara knuffelt je, terwijl je alle functionaliteiten binnen handbereik hebt. Het nieuwe middenconsole met infotainmentsysteem is een mooi voorbeeld van moderne technologie, gemixt met luxe vakmanschap. Het oogstrelende design bestaat enkel uit zachte, hoogwaardige materialen en ademt passie en verfijning. Ook het interieur is gelinkt aan DB12’s bijnaam Super Tourer: het biedt namelijk voldoende comfort voor lange ritten, maar ook genoeg ondersteuning voor als je de limieten op wilt zoeken.
De middenconsole is een mix van touchscreen en fysieke knoppen. Driewerf hooray voor dat laatste. Hoe modern touchscreen ook is, fysieke knoppen werken vaak toch intuïtiever. Zeker wanneer je met hoge snelheden Fernando Alonso probeert uit te hangen. Maar Aston Martin moet natuurlijk ook bij de tijd blijven, dus een touchscreen infotainmentsysteem is geen overbodige luxe. Het scherm is met 10.25 inch niet extreem groot, maar wel rázend snel. Ik heb mij laten vertellen dat dit high resolution scherm kan concurreren met het nieuwste model iPhone. In tegenstelling tot andere nieuwe auto’s, is het infotainmentscherm niet het grote middelpunt van het interieur. Het schermpje is bewust wat lager weggewerkt in de middenconsole, zodat het niet boven het dashboard uitsteekt. Wie daar verantwoordelijk voor is? Lawrence Stroll. Hij vindt zo’n uitstekend scherm lelijk in een Aston Martin en ik geef ‘m geen ongelijk.
De auto is van alle gemakken voorzien. Je kunt je telefoon bijvoorbeeld draadloos koppelen aan Apple CarPlay of Android Auto. Ook kan je je smartphone draadloos opladen in de middenconsole. Daarbij blijft de DB12 helemaal van deze tijd met Over The Air updates. De DB12, de Aston Martin App en de dataservers van het merk werken samen om de bestuurder te allen tijde in gemak te voorzien.
Prijskaartje
Ik denk dat het vooral de rijke historie is en de verfijndheid van het merk, wat maakt dat ik er toch elke keer weer als een blok voor val. Daarbij is Aston Martin een allemansvriend en is het bijna onmogelijk om hun wagens ordinair te speccen. Het merk kent na ruim een eeuw zijn eigen waarde, maar zal er nooit arrogant door worden. British politeness.
Conclusie: De DB12 draagt een bak aan historie met zich mee en heeft als taak om het merk anders te gaan positioneren. Iets waar absoluut een flink prijskaartje aan hangt. Aston Martin kennende zal de DB12 gemiddeld op zo’n drie ton uitkomen. Al leverde de eerste geveilde DB12 maar liefst 1,5 miljoen euro op…
Mocht je je na het lezen van dit alles afvragen of ‘duurzaamheid’ überhaupt wel in de huidige vocabulaire van Aston Martin voorkomt, dan is het antwoord ‘ja’. Alleen (nog) niet in de vorm van batterijen. Het Britse merk bestaat ondertussen 110 jaar en in die tijd hebben ze zo’n 100.000 auto’s geproduceerd. Van deze 100.000 auto’s rijdt zo’n 90 procent nog steeds. Ook dát is duurzaam. En ja, er is ook een elektrische Aston Martin onderweg. Ook een eeuwenoud merk als dit, dat bekendstaat om zijn ronkende motoren, kan niet om die noodzakelijke trend heen.